Vrolijk heilig

 

Vrolijk heilig

Hij werd veracht, door mensen gemeden, hij was een man die het lijden kende en met ziekte vertrouwd was, een man die zijn gelaat voor ons verborg, veracht, door ons verguisd en geminacht.
Maar hij was het die onze ziekten droeg, die ons lijden op zich nam. Wij echter zagen hem als een verstoteling, door God geslagen en vernederd.
Om onze zonden werd hij doorboord, om onze wandaden gebroken. Voor ons welzijn werd hij getuchtigd, zijn striemen brachten ons genezing.
Wij dwaalden rond als schapen, ieder zocht zijn eigen weg; maar de wandaden van ons allen liet de HEER op hem neerkomen.
Hij werd mishandeld, maar verzette zich niet en deed zijn mond niet open. Als een schaap dat naar de slacht wordt geleid, als een ooi die stil is bij haar scheerders deed hij zijn mond niet open.
[Jesaja 53: 3-7]

Het is nooit de bedoeling geweest dat zoiets als ‘het christendom’ zou ontstaan. Jezus Christus is en blijft een Jood, geen christen. In die zin maakt de veelgebruikte term “joods-christelijk” me verdrietig. Ik zou willen dat elke jood Jezus omarmde én ik zou willen dat christenen zich veel meer zouden verbinden met de joodse (bijbelse) geschiedenis.

In veel christelijke kerken wordt bijvoorbeeld bijna niks meer met de Psalmen gedaan. Zonde vind ik dat, en het is volgens mij een van de redenen waarom westerse christenen een kwalijk egocentrische en niet-joodse bijbelvisie en “evangelisatie”-drang kunnen hebben ontwikkeld: ‘Als ik maar in de hemel kom – en Jezus heeft dat geregeld. Wie dat niet gelooft, wacht de eeuwige hel.’ Gelukkig krijgen steeds meer christenen dit hun strot (en denken?) niet meer uit. Ook christenen kunnen bij hun gevoel komen, concludeer ik dan hoopvol.

Het klinkt misschien vreemd, maar ergens voel ik me diep verbonden met joden. Als ik bijvoorbeeld deze video zie, wil ik aan die tafel aanschuiven. En net zo lang meedoen. Ik voel een soort mix van gezelligheid en melancholie, die ik ook in mezelf herken. En mijn verlangen om dingen te doordenken en te doorleven, hangt samen met die diep doorleefde en constant overdachte geschiedenis van het joodse volk. Met veel downs, tot het steeds terugkerende antisemitisme toe. Maar zeker ook ups. Met joden weet je één ding zeker: het wordt nooit saai.

Op mijn studeerkamer hangt dit portret van Jezus, geschilderd door een kind. Of het Jezus echt is, weet ik niet, maar hij raakt me wel. Hij kijkt dwars door me heen. ‘De ogen zijn de lamp van de ziel,’ doceerde Jezus van Nazaret. (Overigens vind ik dit portret ook mooi, later in haar leven geschilderd, en wat realistischer.)

Een andere reden voor mijn voorliefde voor joden, is hun viering van het pesachmaal. Het joodse avondmaal, zeg maar. Een tijd geleden maakte ik zo’n pesachmaaltijd mee, met aan het hoofd een messiasbelijdende jood. Tijdens de maaltijd herdenken de joden de bevrijding van de slavernij uit Egypte. In een meergangenmenu. Met aan het eind van elke gang een goed glas wijn. Messiasbelijdende joden vullen die pesachmaaltijd in met dezelfde gangen, maar dan verbonden met de laatste dagen van Jezus, inclusief zijn kruisiging: de bevrijding uit de slavernij van het kwaad. Met alle ellende en pijn die zowel bij de exodus uit Egypte als bij Jezus’ uiteinde kwam kijken – en we bijvoorbeeld in Jesaja 53 lezen.

Op een gegeven moment zeg ik tegen de gastheer: ‘Na elke gang zo’n glas wijn. Daar wordt het wel gezelliger van, vind je niet?’ Hij kijkt me aan en zegt: ‘Je weet waar het Hebreeuwse woord ‘gein’ vandaan komt?’
Ik moet lachen, en neem nog een slok. ‘Van genade’, denk ik bij mezelf. En hij zegt: ‘Lachen en moppen tappen hoort bij het pesachmaal.’

En ik denk: ‘Komen wij aan met ons christelijk avondmaal. Dat zogenaamd heilig is. Of moet zijn. Eén stukje brood. Eén slokje wijn. Geen vrolijk woord dat de pijn verlicht. Geen grap die lucht geeft.
Wie wil er zo vanavond bij de avondmaaltijd bij zitten?

Jezus werd veracht, vermeden, gekruisigd.
Jezus was vaak op feestjes te vinden en kreeg ‘zuipschuit’ en ‘vreetzak’ als (overigens onterechte) bijnamen. Maar feesten kon hij.

Tom Wright, mijn favoriete theoloog, schrijft dat op Goede Vrijdag, de dag van Jezus’ kruisiging, de revolutie begon.

De revolutie van mijn verlangen is dat iedereen van harte Jezus Christus gaat zien. Ook in de oude teksten.
Maar het christelijk avondmaal kan ook wel een revolutie gebruiken. Ik zie het al voor me: het vrolijk-heilige avondmaal. Omdat ook de (gast)heer vrolijk heilig leefde en stierf.

[Dit is de 11e blog in de Maand van de Bijbel (van 24 januari tot 14 februari), waarin 22 dagen achter elkaar 22 blogs worden geschreven over bijbelse kernpassages. Joachim Vreeman, Paul Abspoel en ik hebben dit initiatief georganiseerd. Alle blogs worden verzameld in de #MVDBblogs-Facebookgroep]