Windfulness

Windfulness

Er is zoveel om te aanbidden.
Zoveel moois, zoveel groots, zoveel allemachtig prachtigs, zoveel om van te genieten.

Ik lig bijvoorbeeld graag op het strand.
Op mijn strandlaken naar boven te kijken.
Ja, ik ben een echte zonaanbidder.

In mindere mate aanbid ik God, maar als ik mijn dag heb, dan kan ik het zomaar uitroepen.
O mijn God! – wat lekker, wat goor, wat mooi, wat lelijk, wat eerlijk, wat oneerlijk, wat verrassend, wat saai, wat bevredigend, wat teleurstellend, wat gaaf!

Laatst nog.
Zit ik in de auto met mijn vrouw en drie kinderen.
Zij rijdt, ik geef naast haar een keer geen commentaar.
Ik kijk naar buiten, het is een warme dag in mei.
We rijden naar een speeltuin in Amersfoort en op de weg daarnaartoe staan de bomen in bloei.

Op zich heb ik niet zoveel met bomen.
Ik ben een waterman.
Water staat voor ruimte en leven.
Maar bossendennengeuren benemen mij de adem.
En door de bomen zie ik alleen maar bos, bos en nog eens bos.
Bomen en bos staan symbool voor de dood.

(Behalve dan natuurlijk weer in die Bijbel.
Eigenwijs boek.
Zit het net weer andersom.
De zee staat er symbool voor de chaos – na de scheiding van de wateren geeft de Allerhoogste geen goedkeuring aan de tweede dag – , de bron van het kwaad en de dood.
En de boom van het léven ken je waarschijnlijk wel uit het oerverhaal.
Of anders van de film.)

Ik rijd vaak maar gedachteloos langs de bomen.
Mijn vrouw is daarin anders.
Zij heeft oog voor bomen.
Ik kon het weten.
Ze valt natuurlijk op lengte.
Als ik rijd en zij zit naast me, wijst zij me vaak op de bomen langs de weg.
Op hun honderden verschillen groene, rode, bruine kleuren.
Zo heb ik door de jaren heen meer liefde voor bomen gekregen.

Ik draai mijn raampje open en kijk naar buiten.
Daarvoor hoef je op zich geen raampje open te doen, maar kennelijk wil ik meer dan kijken.

Ik kijk naar de bomen.
Ze wuiven.
Ik zie en ik voel hoe de wind de bladeren aait.

En ik denk: was ik maar zo’n boom.
Dat ik door de stille kracht van de wind wordt gestreeld.
Die mijn hoofd en mijn haren (dat wat er nog van over is) zachtjes heen en weer wiegt.

Gewoon alleen maar stilstaan.
Niks doen.
Je mee laten nemen door wat je overkomt en door wat de wind met je doet.

Niet mind- maar windfullness zeg maar.

Mijn God, wat is er toch veel om te aanbidden.

 

Een bijna-leven-ervaring

Een bijna-leven-ervaring

In twee weken tijd had ik twee keer een bijna-leven-ervaring. Een keer wat anders dan zo’n bijna-dood-ervaring, wat ik 2 jaar geleden in de auto ervoer toen ik een grote hyperventilatie-aanval kreeg. Ik ging niet echt dood, wat je wel zult geloven als je dit stukje leest. Ik dácht dat ik dood ging.

Had ik in de afgelopen twee weken ook. Ik leefde niet echt op z’n mooist en best en gelukkigst enzo, maar ik dacht het. En het het was heerlijk.

De eerste situatie was een openlucht-kerkdienst. En het tweede moment was een openlucht-trouwdienst. De eerste georganiseerd door A Rocha, de tweede door twee kennissen die me hadden uitgenodigd voor hun trouwsamenkomst op een boerderij.

De kerkdienst. In een appelboomgaard. Stoeltje mee. Vrouw mee. Kinderen mee. Zonnetje erbij. Tentje. Muziek. Rust. Wandelruimte tijdens de samenkomst. Toespraak. En vooral: een strakblauwe open hemel.

De trouwsamenkomst. Op een grasveld staan houten bankjes en zo’n 150 witte klapstoeltjes, aan weerszijden van een opengelaten stuk graspad. Vooraan staan twee stoelen. Er is mooi ruimte gemaakt voor een dominee. Het is 19.00 uur. De zon schijnt nog helemaal, maar is moe aan het worden. Hij zakt al. Nog een uur en het is met hem gebeurd voor vandaag. Ik zit helemaal achteraan, op een bankje. Ik kijk uit over de polder. Wat een uitzicht. En ik kijk naar boven. Weer die strakblauwe open hemel.

En ik voel me… levend!

Nou ja, bijna levend. Het had nog mooier en levendiger gekund, leerde ik achteraf. Ik sprak een dag later een vrouw die ook zo intens genoot van dit samenzijn onder een open hemel. Ze zei tegen me: ‘Tijdens het bidden heb ik mijn ogen niet dichtgedaan. Ik hoefde me niet extra te concentreren om me op God te richten…’

Ik bad de avond ervoor alles met gesloten ogen mee.

 
 

Je kunt geloven dat God dood is. Dat mag bekend zijn, dat geloof. En wie een beetje bijbelkennis heeft vindt dit natuurlijk ook een totaal logische (pinkster)gedachte. Tuurlijk ben je dood als je 2000 jaar geleden de geest hebt gegeven.
Ja, ik begrijp deze gelovigen ergens heel goed.

Iets van die geest voelde ik in die openluchtmomenten. Ik voelde me verbonden met de hemel. Ik had even geen last van letterlijke huis- of kerkmuren. Dat gebouw dat we soms ‘het huis van God’ of een ‘godshuis’ noemen, hoe goed bedoeld ook. Ik zat en stond met mijn voeten op de aarde met mijn kop in de hemel, en mijn lijf zat er tussen in. Ik voelde me een levende boom: geworteld in de grond en met mijn kruin in de wind. (En ik begrijp wel dat de eerste religieuze rituelen die we als mensheid uitvoerden onder bomen gebeurde. Of op de top van een berg. En dat we in latere tijden pyramiden en tempels bouwden om de verbinding tussen hemel en aarde vorm te geven.)

Een gedachte uit een brief van Paulus kwam bij me binnen: ‘Jullie zijn een tempel van de heilige Geest.’ Zoals een tempel een verbinding vormde tussen hemel en aarde… zo zijn wij dat dat nu. Ieder persoonlijk, en met elkaar. Als de goede geest ons te pakken krijgt.

Ik ben een godshuis, een levende tempel.
Gods geest woont in mij, zoals hij in Jezus woonde. Zodat ik meer en meer zijn houding en mindset krijg. Want een verbinding tussen hemel en aarde moet wel liefdevol en barmhartig en goed en doordacht en eerlijk en rechtvaardig gebeuren. Elke andere verbinding (op basis van macht, hebzucht, corruptie, jaloezie, onrecht, overheersing, enz.) verstoort.

Kortom.
Ik geloof het niet meer.
Ik geloof niet dat er “meer is tussen hemel en aarde”.
Geen scheiding.
Geen muur.
Zelfs geen gordijn.
Ik geloof dat er tussen hemel en aarde niets meer is dan jij en ik.

De vraag is: wil ik bij mezelf zijn? Of bouw ik liever muren om me heen, en vlucht ik weg naar het ‘meer’ tussen hemel en aarde?
En: wil ik go(e)d doen? Of laat ik God en zijn geest liever niet in mij toe, waardoor ik toch weer een scheiding tussen hemel en aarde in stand houd?


De theaterdominee tourt komend seizoen door Nederland met zijn theatercolleges die je aan het denken willen zetten. Check hier welke plaatsen hij in zijn theatertour ’19/’20 aandoet, en reserveer je tickets!