Er is een hoop gewonnen
Zelf bleef Jakob aan de overkant van de rivier achter, helemaal alleen. En er worstelde iemand met hem totdat de dag aanbrak. Toen de ander zag dat hij het niet van Jakob kon winnen, raakte hij Jakobs heup aan. Daardoor raakte Jakobs heup tijdens die worsteling ontwricht. Toen zei de ander: ‘Laat mij gaan, het wordt al dag.’ Maar Jakob zei: ‘Ik laat je niet gaan, tenzij je me zegent.’ De ander vroeg: Hoe luidt je naam?’ ‘Jakob’, antwoordde hij. Daarop zei hij: ‘Voortaan zal je naam niet Jakob zijn maar Israël, want je hebt met God en mensen gestreden en je hebt gewonnen.’
[Genesis 32: 25-29]
Ken je het verhaal van de man die zichzelf graag identificeert met zijn werk? De man die het liefst op Linked-in, maar ook Facebook en feestjes zegt dat zijn werk zijn hobby is. De man die het liefst van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat bezig is. De man die er niet voor terugdeinst om te vertellen over zijn successen, en de constante groei van zijn bedrijf. De man die doelen niet alleen kan stellen, maar ze ook behaalt. Links- of rechtsom, er zal resultaat worden gehaald! Falen mag niet. Dat onderwerp vermijdt de man liever. Gelukkig is hij ook goed in ontwijken. Niet dat hij graag liegt of bedriegt, nee, dat staat zijn hart hem niet toe. Nee, deze man kan zich in elke situatie aanpassen, want het halen van doelen vraagt om een flexibele omgang met de medemens. En de waarheid iets aanpassen of iets mooier maken, dat moet toch kunnen voor het goede doel? Managen, mooiweerspelen en manoeuvreren – dat kan deze man.
Ken je het verhaal van de man die een beeld, nee een imago, van zichzelf in stand kan houden die het respect van anderen wel moet afdwingen?
Nee, zeg je?
Je kent alleen vrouwen die zichzelf op deze manier door het leven aan het worstelen zijn?
Kan kloppen hoor.
Er bestaan ook genoeg verhalen met vrouwen in de hoofdrol.
Deze mannen of vrouwen zullen zich ongetwijfeld herkennen in het verhaal van Jakob. De man die zelden of nooit loog, maar diep in zijn hart voelt dat hij in een leugen leeft. Ooit verdraaide hij als kind de waarheid, aangemoedigd door zijn moeder. Jakob deed alsof hij Esau was, door zich te verkleden als zijn oudere broer. Op die manier presteerde hij het om de grootste zegen van zijn vader af te dwingen. En ongetwijfeld moet hij de rest van zijn leven ergens diep van binnen gedacht hebben: als je maar je best doet, dan dwing je vanzelf het respect en de liefde van je vader af. En hij leidde een leven van prestatiedruk. Dat leverde 13 kinderen op, 12 zonen en één dochter. Ook in bed kunnen we presteren.
Het is het verhaal van Jakob. Van Jakoba. En van alle mensen die zichzelf het lamlazarus werken om op de een of andere manier gezien te worden.
Het is ook het verhaal van de nieuwe naam van Jakob. Het verhaal van Israël. Het volk dat de opdracht kreeg om het beeld of het imago van God in stand te houden. Bekend te maken. Zodat heel de wereld zou zien wie de God van Israël is. Wat een voorrecht. Ik denk aan psalm 117, het kortste lied in de bijbel. ‘Prijs alle volken, prijs de Heer. Om zijn goedheid en trouw.’ En de Israëliet weet: Die Heer, de God die hemel en aarde gemaakt heeft, die Heer is mijn, is onze God.’ En je voelt de adrenaline stromen. De identificatie. Wij zijn het volk van God.
Het gaat fout. Het lukt Israël niet om een gezond beeld van de Eeuwige in stand te houden. Ze faalt in de opdracht. Het is de trieste teneur van het Oude Testament, hoe de profeten ook hun best doen om het volk weer op de goede weg te brengen. Het volk worstelt met de opdracht. Met zichzelf. En met God. Israël betekent: vechten met God.
En God? God gaat het gevecht aan. Geen verwijten. Geen oordeel over het levensverhaal van Jakob. God zegt ‘ja’ op het gevecht van Jakob, het gevecht van Israël, het gevecht van alle prestatiezoekers. God kent het hart eronder. God ziet het kind dat roept: zie mij. Zie mij, ook als ik niks presteer.
Israël betekent ook dat God vecht. Hij is niet vies van strubbelingen, van lastigheden, van een leven dat door alle al dan niet zelf opgelegde eisen zwaar op ons kan drukken. En met een beetje geluk overkomt het ons. Dat we geblesseerd raken. Ziek. Uitgeblust. Burn-out. Of noem alle moderne kwalen maar op. Sommige mensen moeten worden gekwetst om eindelijk kwetsbaar te kunnen zijn.
Later kwam God zelf nog een keer op het toneel. En weer ging hij vechten. Ook met de imago-zoekers die precies wisten hoe je de religieuze of politieke doelen moet bereiken. En hij besloot weer om de ander te laten winnen. Maar nu voegde hij daar iets aan toe: hij bracht de ander geen verwonding toe. Hij liet zichzelf blesseren. En kwetsen. En zwaar gegeseld krom lopen. En krom hangen. Aan een kruis.
En met die kwetsbaarheid, in de naam van God, is er een hoop gewonnen. Hoop voor alles en iedereen.
[Dit is de vijfde blog in de Maand van de Bijbel (van 24 januari tot 14 februari), waarin 22 dagen achter elkaar 22 blogs worden geschreven over bijbelse kernpassages. Joachim Vreeman, Paul Abspoel en ik hebben dit initiatief georganiseerd. Alle blogs worden verzameld in de #MVDBblogs-Facebookgroep]