Vol vuur volwassen

Mozes ging de berg op, naar God. De HEER riep hem vanaf de berg toe: ‘Zeg tegen het volk van Jakob, laat de kinderen van Israël weten: “Jullie hebben gezien hoe ik ben opgetreden tegen Egypte, en hoe ik je op adelaarsvleugels gedragen heb en je hier bij mij heb gebracht. Als je mijn woorden ter harte neemt en je aan het verbond met mij houdt, zul je een kostbaar bezit voor mij zijn, kostbaarder dan alle andere volken – want de hele aarde behoort mij toe. Een koninkrijk van priesters zul je zijn, een heilig volk.” Breng deze woorden aan de Israëlieten over.’
Toen sprak God deze woorden: ‘Ik ben de HEER, uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij, heeft bevrijd.’ (En dan volgen “de tien geboden” of “de tien woorden”.)
[Exodus 19: 3-6 en 20:1]

Toen ik als kind in de kerk zat, werden elke zondagochtend de tien geboden door de dominee voorgelezen. In het gedeelte hierboven staan ze nèt niet – alleen de inleiding op de 10 geboden – maar ik kan ze dromen. De bekendste van de 10 zijn, denk ik, ‘toon eerbied voor je vader en je moeder’, ‘steel niet’, ‘pleeg geen moord ‘ en ‘pleeg geen overspel.’ Zeg maar alle onderwerpen die de gemiddelde film spannend maken om te kijken. Gek trouwens: die films vind ik leuk, de tien geboden ongelooflijk saai. Maar ja, ik hoorde ze natuurlijk elke week opnieuw. En voordat ik een film voor de tweede keer ga kijken…

Ik ben zelf vader. Van drie kinderen. En als ik lees hoe God de ‘kinderen van Israël’ via Mozes toespreekt, hoor ik ook mezelf bezig. Richting mijn kinderen. ‘Je moet naar papa en mama luisteren.’ ‘Ruim je speelgoed op.’ ‘Maak het eens goed met je zusje.’ ‘Niet slaan.’ ‘Ga lekker buiten spelen.’ ‘Niet met je vingers in het…’ ‘Stop eens met piepen, klagen en zeuren’. Enzovoort, enzovoort. Als ik al die geboden en verboden optel kom ik er op meer dan tien uit. Net als God trouwens. Na de tien geboden volgen er in de rest van de eerste vijf boeken van de Bijbel nog veel meer kleinere geboden en verboden. Die op hun beurt ongetwijfeld gebaseerd zijn op de wet, de eerste 10 geboden die Mozes op de berg kreeg overhandigd. (Daar is-ie trouwens weer: de berg en het contactmoment tussen hemel en aarde, tussen Mozes en de Allerhoogste. Waar de hemel de aarde raakt, daar gebeurt altijd iets bijzonders.)

De berg staat in dit verhaal in de fik. Het dondert en het bliksemt, er hangt een dreigende wolk boven de berg en er klinkt keihard geschal van een ramshoorn. In dat kabaal spreekt God.

Later zegt Mozes tegen het volk dat van angst staat te sidderen dat God dit niet doet om hen bang te maken. Hij zegt: ‘God is gekomen om jullie op de proef te stellen en jullie met ontzag voor hem te vervullen, zodat jullie niet meer zondigen.’

Ik wou dat ik dat ook kon. Dat ik, voordat ik mijn kinderen waarschuw of aanspoor, eerst een vuur om me heen kon opstoken. Scheelt een hoop tijd. En ik zie ze al met grote ogen naar me opkijken. Woooow, dat is mijn papa.

Of zou ik dat misschien ook kunnen? Dat ik iets van vuur voor mijn kinderen kan laten zien. Nee, laten voelen. De bijbel vertelt dat God ervoor kan zorgen dat wij zijn geboden en leefregels in onszelf opnemen. Dat we God niet blind gehoorzamen, en dat we het leven niet blind of ongevoelig aangaan, maar dat we intrinsiek gemotiveerd het goede leven leven. Dat het vuur voor God, voor anderen en voor onszelf niet van buitenaf komt, maar vanbinnen uit. Uit onszelf.

Het mooiste woord dat ik ken vind ik ‘enthousiasme’. ‘En’ betekent ‘in’. En ‘thous’ komt van ‘theos’ en dat betekent ‘god’. (Denk aan theologie: Gods woord, over God spreken.) Wie enthousiast is heeft ‘God in zich’, en laat het innerlijke vuur naar buiten stromen.

Vroeger vond ik de tien geboden saai. En ik lees ze op de een of andere manier nog altijd niet graag. Zag ik het vuur bij de dominees niet? Voelde ik er niks bij? Was het sleur? Ik weet het niet.

Wat me langzaamaan helpt is het besef dat ik in de tien geboden Gods hart zie. Zijn vuur voor zijn kinderen. Niet alleen voor zijn volk, maar voor iedereen op aarde. Hij zegt in dit gedeelte zelf dat de hele aarde van hem is.

God zoekt mensen die, net als hijzelf, enthousiast zijn. Ook over de leefregels, de handvatten voor het goede leven. Zij kennen de korte samenvatting van de tien geboden. Zij hebben God lief, en ieder ander net zo lief als zichzelf. Daar ontstaat langzaamaan een nieuwe gemeenschap, en een nieuwe wereldorde mee. ‘Een koninkrijk vol priesters’, hoort Mozes God zeggen. We moeten de beginselen van die wereldorde aanleren. In dit verhaal leert Papa zijn kinderen de belangrijke, eerste les.

Ik zie een God die in ons gelooft.
Als kind zijn we aanmaakblokjes, als volwassenen zijn we vol vuur.

[Dit is de zevende blog in de Maand van de Bijbel (van 24 januari tot 14 februari), waarin 22 dagen achter elkaar 22 blogs worden geschreven over bijbelse kernpassages. Joachim Vreeman, Paul Abspoel en ik hebben dit initiatief georganiseerd. Alle blogs worden verzameld in de #MVDBblogs-Facebookgroep]