Hollands vertrouwen

Tegen het einde van de nacht kwam Jezus naar hen toe, lopend over het meer. Toen de leerlingen hem op het meer zagen lopen, raakten ze in paniek. Ze riepen: ‘Een spook!’ en schreeuwden het uit van angst. Meteen sprak Jezus hen aan: ‘Blijf kalm! Ik ben het, wees niet bang!’ Petrus antwoordde: ‘Heer, als u het bent, zeg me dan dat ik over het water naar u toe moet komen.’ Hij zei: ‘Kom!’ Petrus stapte uit de boot en liep over het water naar Jezus toe.
[Matteüs 14: 25-29]

1. Een verhaal
Een jonge monnik wilde eens gaan vasten. Tegen de leider van het klooster zei hij dat hij zich had voorgenomen om langzaam te onderzoeken hoe ver hij kon gaan. Zijn leider was daar blij mee en gaf hem toestemming. Na een tijd gevast te hebben en op de herhaalde vragen van zijn leider steeds te hebben geantwoord dat hij zich goed voelde, begon de jonge monnik toch bang te worden dat hij zou verzwakken. Hij zei dit tegen zijn leider en die antwoordde: ‘Ga in godsnaam gauw wat eten en drinken, anders zul je het begeven, omdat je geloof het begeeft. Zo is ook Petrus gaan zinken toen hij bang werd.’

2. Wat psychologische gedachten
We zijn allemaal natuurlijk wel eens (goed) bang. Maar sommige mensen voelen die existentiële angst eerder dan anderen. Zij leven er meer uit, als een soort drijfveer. Het zijn de toegewijde, plichtsgetrouwe en loyale types. Ze hebben een scherp oog voor risico’s, bedreigingen en beren op de weg. Het zijn de harde werkers, serieus, trouw, innemend, sensitief en intuïtief. Ze zijn ook onzeker, twijfelend, besluiteloos, kritisch, sceptisch, autoriteitsgevoelig, reactief en wantrouwend. Ze willen precies weten waar ze aan toe zijn, en zoeken geruststelling en veiligheid. Ze zijn ook erg waakzaam, alert, ongerust en rampscenariodenkers. Ook hebben ze een antenne voor wat er verkeerd gaat, en wat afwijkend gedrag is.*

Het is de typische Hollander. ‘Doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg’, we zijn het beste jongetje van de klas van de EU, hebben de neiging om zoveel mogelijk te verzekeren, zijn hard werkend en plichtsgetrouw. Kortom: het leven achter de bedreigende zee en de hopelijk beschermende dijken heeft ons denken en de Nederlandse cultuur sterk bepaald.

Als dit waar of herkenbaar is en we Petrus eens zien als een beeld van de Nederlander (die net als Jezus, maar dan korter, het water bedwingt!), wat zien we dan nog meer?

Zou het kunnen zijn dat wij onze eigen angsten allereerst projecteren op anderen? ‘Heer, als u het bent, zeg me dan dat ik naar u toe moet komen.’ Ik hoor hierin de eigen twijfels van Petrus, die hij bij Jezus neerlegt.
Ik herken hierin de typisch Hollandse impuls om de problemen in ons land allereerst buiten onszelf neer te leggen. Bij de gemeente, bij de overheid, bij de baas, bij… als het maar iemand anders is.

Ik herken het ook bij mezelf. Als iemand tegen mij zou zeggen: ‘Blijf kalm. Ik ben het, wees niet bang!’ dan voel ik daar al snel een oordeel in. Ik hoor me in mezelf reageren, uiteraard niet hardop: ‘Denk je dat ik niet kalm ben dan? Denk je echt dat ik bang ben? Ik zal bewijzen dat ik dat niet ben!’ En ik verberg mijn eigen angsten in een subtiele zin die mijn angst onder de oppervlakte houdt: ‘Heer, als u het bent…’

Het toffe van Jezus, in wie ik God zelf meen te zien, is dat hij niet terug-oordeelt. Jezus gaat mee met de angsten en twijfels van Petrus. Hij zegt: ‘Kom!’ Hij zegt niet: ‘Geloof nou maar gewoon dat ik het ben, angstige twijfelkont, en blijf nou gewoon in je boot, net als de rest van je collega’s.’

En is dat niet de reactie van de populaire (vaak heren) politici en van de mensen die hen volgen? In plaats van de eigen angsten toe te geven en bespreekbaar te maken, in plaats van te geloven in zichzelf, in anderen en in de wereld, wordt de boot (ons eigen land) geïsoleerd van de rest. We beschermen hardhandig wat “van ons” is.
En kleiner: is dat niet de reden dat we ruzies krijgen over centimeters schutting van de buren die op ons terrein staat? En dat we zeuren over het toch begrijpelijke afscheid van de namen ‘Moorkop’ en ‘Zwarte Piet’? Omdat we eigenlijk nog te weinig moed hebben om bij onze eigen angsten daaronder te komen?

De Heer zegt: ‘Kom maar.’ Alsof hij lijkt te denken: kom maar uit je veilige schulp die op angst drijft. De wereld is zeker óók wel gevaarlijk – dat voelen jullie als de besten aan – maar wees niet bang: ‘Ik heb de wereld overwonnen.’

Zou dat geloof niet de diepste grond zijn om geloof in jezelf, anderen en de wereld te ontwikkelen? En gezonde moed? En gezond vertrouwen?

De wereld ligt in liefdevolle, goede handen.

* Uit: ‘Handboek Enneagramtype-interview’ van Elly Voorend en Piet van Haaster. Petrus past naar mijn mening bij het Type Zes, ‘De Loyalist’. Het type waarop de kerk, het wereldwijde geloofs-gebouw, is gegrondvest. Ik herken mezelf het meest in een Type Zeven, ‘De Enthousiasteling’, mét een Zes-vleugel…

[Dit is de 16e blog in de Maand van de Bijbel (van 24 januari tot 14 februari), waarin 22 dagen achter elkaar 22 blogs worden geschreven over bijbelse kernpassages. Joachim Vreeman, Paul Abspoel en ik hebben dit initiatief georganiseerd. Alle blogs worden verzameld in de #MVDBblogs-Facebookgroep]