Het cadeau

De Geest en de bruid zeggen: ‘Kom!’ Laat wie luistert zeggen: ‘Kom!’ Laat wie dorst heeft komen; laat wie dat wil vrij drinken van het water dat leven geeft. 

Ik verklaar tegenover eenieder die de profetie van dit boek hoort: als iemand er iets aan toevoegt, zal God hem de plagen toevoegen die in dit boek beschreven zijn;

Hij die van deze dingen getuigt, zegt: ‘Ja, ik kom spoedig!’

De genade van onze Heer Jezus zij met u allen.
[Openbaring 22, slotwoorden]

Het spelende kind in mij zegt elke dag: ‘Ik wil jong blijven. Altijd jong en levendig blijven.’ Ik wil aan mijn moeder vragen wat doodgaan is, en dan eigenlijk niet weten wat je vraagt. Maar dat je het ondertussen wel over een interessant onderwerp hebt.

Dat ik mijn moeder hoor zeggen: ‘Lieve jongen, doodgaan betekent dat je een tijd niet meer ademhaalt. Maar dat dat niet erg is.’

En dat ik dan zeg: ‘Dus gisteren ging ik eigenlijk een beetje dood, mama?’

En dat ik mijn moeder dan hoor vragen: ‘Hoezo, jongen?’

‘Nou’, zeg ik, ‘ik keek gisteren weer eens in de reebruine ogen van je schoondochter. En toen vergat ik wel even adem te halen. En dat was inderdaad niet erg.’

‘Dat noem je verwondering’, zegt moeder.

Ik ben stil en denk even na. Dan zeg ik: ‘Jammer dat een woord als ‘doodgewoon’ bestaat, mama. Als onze ademhaling zo lang stil kan staan, dan zijn we toch niet gewoon maar dood?

Ik zie mijn moeder glimlachen. Ik kijk haar aan, en zeg: Zullen we ‘doodverwonderd’ introduceren?

En dat mijn moeder dan zegt: ‘Ja, dat is een idee. Maar ga nu maar weer gewoon spelen, oké?


De bijbel begint met het paradijsverhaal. Het goede leven. Genieten, verwonderen, liefhebben, werken. Met een liturgische ruimte van twee bomen. Maar waar het kwaad rondsist.

Adam en Eva, de kinderen van de Allerhoogste, trappen in de val van de hebzucht, en worden uit de tuin gebonjourd.

Weg van ‘de boom van het leven’. Want wie nog niet wijs met ‘goed en kwaad’ (de tweede boom in die tuin) kan omgaan, moet niet lang willen leven.

God gaat de lange reis met de mensen aan. In het leren van die wijsheid.

Hij geeft de wet, de Thora, aan Israël. Via Mozes. Klein beginnen, om vandaaruit de wereld met overweldigende liefdevolle goedheid – het bijbelse woord is genade – voor zich te winnen.

Maar Israël zelf faalt in die opdracht. Adam en Eva zitten ook in het bloed van de joden.

Tot de jood Jezus op het toneel verschijnt.

Hij blijft wijs, en gaat meesterlijk om met de strijd tussen goed en kwaad. Handelsmerken: genade en waarheid, het doel (of de bedoeling) van die oude Thora.

De machten reageren, barsten los. Van binnenuit (de religieuzen) en van buitenaf (de Romeinse overheid). Genade en waarheid laten de fundamenten van controle, geld en macht wankelen.

Jezus wordt weggeruimd. Opgehangen. Aan een boom. Aan een goed-en-kwaad-boom. De goede mens wordt als kwaad bestempeld. Alles komt samen op dat kruis van Golgota, en beukt op hem in. Ook aan het kruis blijft hij goedheid en waarheid. ‘Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen.’
Zij en wij weten het écht niet.

Genade en waarheid blijken sterker. De Allerhoogste ziet het gebeuren, en beloont Jezus met het enige echte wereldwonder: de opstanding uit de dood. Genade en waarheid laten echt álles wankelen. De grap? Dat wat wankelt is in feite slap. Geld? Het stelt niks voor, het is een afspraak. Machthebbers? Het zijn kinderen die hun onschuld hebben verloren, en het gebrek aan moederliefde compenseren met “mannelijk” gebrul . Controle? Onze ziel is door geen mens gevangen te nemen. De dood? Verschrikkelijk, maar niet meer dan een slaap. Met wonderlijke, levensechte dromen, waaruit we – daar is mama of papa! – wakker zullen worden gemaakt.

Het laatste bijbelboek opent het paradijs weer. Maar dan vernieuwd. De ‘boom van goed en kwaad’ staat er niet meer. Die stond op Golgota. En wijsheid volgt hen die hem volgen. Komt in ons. Kenmerk: het begin van wijsheid is respect en ontzag voor de Heer.
Yes, de kinderlijke verwondering!

De toegang naar ‘de levensboom’ staat open. Voor mensen die geloven in goedheid en waarheid. Voor mensen die zich thuisvoelen bij de man, de tweede Adam, van goedheid en waarheid. Zijn hemelse stad staat open, de poorten gaan nooit dicht. En buiten die stad, daar leven de honden. Die gewoon (nog?) niet naar binnen willen. Het zijn de kinderen die zich niet meer kunnen verwonderen, en net doen alsof ze volwassen zijn.

Kinderen houden van cadeaus. Zelfs als ze 80 jaar zijn.
Genade betekent ‘cadeau’.

En dat cadeau, zo eindigt de bijbel, zij met u allen.

WELKOM IN HET LEVEN!

[Dit is de 22ste en laatste blog in de Maand van de Bijbel (van 24 januari tot 14 februari), waarin 22 dagen achter elkaar 22 blogs worden geschreven over bijbelse kernpassages. Joachim Vreeman, Paul Abspoel en ik hebben dit initiatief georganiseerd. Alle blogs zijn verzameld in de #MVDBblogs-Facebookgroep]