‘Niks aan te doen?’

 

Een open brief gedicht aan Howick en Lili (en onze twee hooggeachte Marken)

Lieve Howick en Lili,

Ik kan helemaal niks voor jullie doen.
Laat ik in mijn onmacht met mezelf beginnen.
Ik zou onze woonplaats wel willen klonen,
dat jullie weggestuurd toch dichtbij blijven wonen.
Ik pers uit mijn hart slechts deze zinnen.
(Shit man.)
Nee.
Ik kan helemaal niks voor jullie doen.

Hij kan helemaal niks voor jullie doen.
Al heet hij Mark en mag hij dit land leiden.
Het vaakst houdt hij zich uit noodzaak stil
en voert hij uit wat de meerderheid wil.
Kun je jezelf van dat beleid bevrijden?
(Ja hoor.)
Nee.
Hij kan helemaal niks voor jullie doen.

Wij kunnen helemaal niks voor jullie doen.
Al zijn we medelanders van wie de harten bloeden.
We zouden jullie zo graag thuis willen houden.
En dus in Den Haag wel huis willen houden.
Maar geweld, dat is niks voor de lieven en goeden.
(Echt niet?)
Nee.
We kunnen helemaal niks voor jullie doen.

Maar hij kan echt alles voor jullie doen!
Die andere Mark, hij kan harten veroveren.
Hij kan van recht verwondering maken.
En jullie levens uitzonderlijk raken.
Hij kan – weet hij – bovenmenselijk toveren.
(Is hij God?)
Nee.
Maar hij kan echt alles voor jullie doen!